Per trein door Europa 2008 met als bonus een bijzonder avontuur in Rusland

27 augustus 2013

Vrijdag 25 april 2008

Op het station van Hengelo ontmoet ik Wil, mijn collega en tevens reisgenoot tijdens de reis die ons te wachten staat.

We zullen een groot gedeelte van Europa per trein doorreizen en doorkruisen achtereenvolgens delen van Duitsland, Polen, Litouwen, Rusland, Estland, Finland, Zweden en Denemarken om vervolgens weer via Duitsland in Hengelo aan te komen. Per boot zullen we van Estland naar Finland varen en van Finland naar Zweden.

We zullen enkele dagen verblijven in Nürnberg, Leipzig, Berlijn, Warschau, Vilnius, St. Petersburg, Tallinn, Helsinki, Turku, Stockholm en Kopenhagen.

Tallinn zal min of meer in het water vallen door een verlengd avontuur in Rusland, maar dat weten we nog niet als we rond negen uur in de trein stappen voor het eerste traject naar Nürnberg.

De eerste stop is, zoals gebruikelijk, net over de grens in Bad Bentheim, waar de locomotief wordt gewisseld.

Kort nadat we Minden zijn gepasseerd roept de conducteur om dat zich een persoon voor de trein voor ons heeft gegooid.

De tragische gebeurtenis zorgt dat we even stil komen te staan en vervolgens langzaam verder rijden.

Na een korte tijd passeren we het stoffelijk overschot, wat gewoon naast de rails is gelegd, met een laken er overheen.

Verschillende Duitsers verdringen zich voor de ramen en kijken vol afschuw naar het trieste tafereel, om vervolgens een fles sekt open te trekken, proosten en of er niets is gebeurt een klein feestje vieren.

Bij de sekt nuttigen de dames en heren een wortel!!!

Nog onder de indruk van het feit dat iemand het niet meer heeft zien zitten en een eind aan zijn leven heeft gemaakt, is onze realiteit dat we in Hannover moeten rennen voor de aansluiting naar Nürnberg.

De andere trein blijkt echter ook vertraging te hebben, zodat we de aansluiting nog makkelijk halen.

We rijden door een mooi heuvelachtig landschap met vele koolzaadvelden.

Redelijk op tijd komen we in Nürnberg aan en nemen we onze intrek in het kort achter het Centraal Station gelegen hotel Mozart, waar de eigenaresse, die ernstig op leeftijd is, ons hartelijk verwelkomt.

De eerste indruk van Nürnberg is goed, het is een gezellige stad en we slenteren wat rond om ons te oriënteren.

In een straatje staat een prachtige oud lijkende auto, een Aaglander. Als ik terug ben en op internet opzoek wat een Aaglander is, zie ik dat het een auto is, gebaseerd op een koets en niet oud.

We wandelen naar de Kaiserburg en de Burggrafenburg, die boven de stad uittorenen.

Het is een mooi kasteel, waar je wel enige tijd door kunt brengen.

Als we rond het kasteel zijn gewandeld lopen we verder door de stad en drinken een lekkere Weizenbier op één van de vele terrassen.

Het is inmiddels vroeg in de avond en we gaan eten in een Frankisch eethuis, Hütt’n genaamd, waar we een Frankischer Platte nemen, wat bestaat uit veel vlees, zuurkool en ondefinieerbare Kloße, een soort deegballen.

Het smaakt fantastisch en dat voor minder dan tien euro.

Zaterdag 26 april 2008

Vandaag brengen we een bezoek aan het documentatiecentrum van de voormalige Reichsparteitag, het Reichsparteitagsgelände.

Het centrum ligt in een buitenwijk en hier wordt een indrukwekkend beeld geschetst van het partijcentrum van de Nationaal Socialistische Partij van Adolf Hitler en de verwerpelijke ideeën die hier toentertijd werden uitgedragen.

Nurnberg is eigenlijk altijd al het centrum voor de Nationaal socialisten geweest en in het Reichsparteitagsgelände is, voor zover mij bekend, het startsein gegeven voor de vervolging van de Joden in de tweede wereldoorlog.

In het centrum is onder andere de propagandafilm Triumph des Willens van Leni Riefenstahl te zien en tijdens het bekijken van een gedeelte van die film en met de wetenschap die we nu hebben, werd mij nogmaals opvallend duidelijk dat Hitler werkelijk knettergek moet zijn geweest.

Als je geïnteresseerd bent in geschiedenis, moet je naar mijn mening het Reichsparteitagsgelände bezoeken. Overigens werden na de oorlog ook de Nurnberger Prozessen hier gehouden.

Na enkele uren in het Reichsparteitagsgelände doorgebracht te hebben pakken we tram naar het centrum.

We wandelen door de Konigstrasse en de Handwerkerhof, om vervolgens twee tegenover elkaar liggende keren te bekijken, de St. Marthakerk en de St. Clarakerk.

Al slenterend door de mooie binnenstad van Nurnberg bekijken we verder de St. Jacobskerk en de Onze Lieve Vrouwe kerk en de St. Sebalduskerk.

We brengen een bezoek aan het Stadsmuseum, het Fembohuis, waar een mooi beeld wordt geschetst van historisch Nurnberg.

Een combinatie ticket voor het Reichsparteitagsgelände, het Fembo huis en het Albrecht Durer huis kost slechts € 5,-- en dus bezoeken we ook nog het Albrecht Durer huis, waar deze kunstenaar in de zestiende eeuw heeft gewoond.

Na het opsnuiven van al die geschiedenis en cultuur ben ik echt toe aan een biertje en probeer een authentiek Schlenkerla Rauchbier van een brouwerij uit Bamberg.

Het bier heeft een smaak van gerookt spek en dat komt doordat de rook van beukenhout al tijdens het brouwproces wordt vermengd met mout, als ik het allemaal goed begrepen heb tenminste.

Zondag 27 april 2008

Vandaag vertrekken we met de trein van 09.37 uur naar Leipzig.

De rit voert langs plaatsen als Bamberg, Lichtenfels en Jena. Het is een mooie rustige trip door het Frankische Wald.

Een mooi heuvelachtig gebied met snelstromende beekjes. Vanaf de heuvels zweven paragliders door het luchtruim.

De plaatsjes die we passeren hebben de soms prachtige namen, zoals Probstzella, Unterloquitz en Hockeroda.

Als we in Leipzig zijn aangekomen merken we dat ons hotel een heel eind uit het centrum ligt.

We pakken een bus en moeten vervolgens met onze zware rugzakken nog een behoorlijk stuk lopen.

Het hotel zelf is echter prima en zo zal later blijken voorziet in een geweldig goed ontbijt.

Als we een praatje met de eigenaar hebben gemaakt wordt ons ook duidelijk dat we naar het centrum het beste met een regionale trein kunnen reizen, warvan het stationnetje op redelijke loopafstand van het hotel ligt.

Als we in het centrum van Leipzig zijn aangekomen, drinken we eerst maar eens een biertje in de Nicolaistrasse.

Als we verder wandelen komen we bij de Thomas Kirche, die wat mij betreft niet zo heel bijzonder is.

Voor de kerk staat wel een beeld van Johan Sebastian Bach, die door een groep Japanners, vanuit elke mogelijke invalshoek wordt gefotografeerd. In de kerk is het graf van Bach.

Het plein met daaraan het oude raadhuis en het historisch stadsmuseum is wel de moeite waard.

Wel jammer is dat er erg veel in de steigers staat.

We bezoeken het Zeitgeschichtliches Forum, waar een doorlopende expositie is met betrekking tot de geschiedenis van na de oorlog.

Eigenlijk wordt een beeld geschetst van het Duitsland vanaf de splitsing na de tweede wereld oorlog tot aan de hereniging en naar het heden toe.

Het is absoluut de moeite waard om het museum te bezoeken, want het geeft een historisch beeld, waarvan we in Nederland natuurlijk wel veel hebben meegekregen, maar wat hier nog eens nader wordt belicht.

Na het bezoek aan het Zeitgeschichtliches Forum wandelen we langs de Nicolaikirche, waar de opstand van 1989 is begonnen.

Als we tot slot ook de Opera nog even hebben bekeken gaan we naar de Chinees voor een lekkere maaltijd.

Maandag 28 april 2008

We hebben voor Leipzig wat minder tijd uitgetrokken en vertrekken vanmiddag al naar Berlijn, maar we hebben nog wel een aantal uren, waarin we wat kunnen bekijken.

Eerst de Nicoliakirche die gisteren was gesloten maar eens bekijken.

De kerk is van binnen prachtig, van buiten wat minder.

Vervolgens gaan we naar het Museum van de Rundecke, wat het oude Stasikantoor is en waar een indrukwekkend beeld wordt geschetst van de werkwijze en het bestaan van deze geheime dienst van de DDR.

Je wordt kamer voor kamer door de historie van deze dienst gevoerd en wordt geconfronteerd met veel wetenswaardigheden over deze geheime dienst van de DDR, de soms weerzinwekkende manier van optreden van de dienst, vermommingmateriaal, spionage attributen, zoals koffers met daarin verborgen camera’s, nepneuzen en snorren enzovoort.

Om 16.51 uur pakken we de ICE naar Berlijn.

We komen na een vlotte treinreis aan in een vreemd hotel.

We worden persoonlijk ontvangen door de Turkse eigenaar die ons direct koffie aanbiedt.

Het hotel is gevestigd in een buitenwijk van Berlijn en dat merken we direct aan de prijzen die worden gehanteerd in een café in de buurt van het hotel.

Een Berliner Kindl, een lekker biertje kost hier maar € 1, 80,-- voor 0,4 liter en een broodje worst kost hier slechts € 1,70,-- en dan heb je een klein broodje met een enorme worst, prima verhouding dus.

Het is inmiddels al wat later op de dag, maar we pakken nog even de metro naar de Kurfürstendam met de Gedächtniskirche, welke mooi verlicht is.

Dinsdag 29 april 2008

We ontbijten bij een bakker op de hoek van de straat van ons hotel en nemen vervolgens de metro naar de Potsdamer Platz.

De Potsdamer Platz is inmiddels mooi opgeknapt, maar net na de hereniging in 1989 was het hier één grote bouwput, voor zover ik weet voor Roger Waters en zijn vrienden overigens wel de plek om rond die tijd the Wall op te voeren.

Na even te hebben rondgeslenterd en een kop koffie te hebben gedronken, vervolgen we onze weg naar de Brandenburger Tor en de Strasse des 17 juni, die via de Brandenburger Tor verandert in de naam Unter den Linden.

De Brandenburger Tor is de enige stadspoort die Berlijn nog bezit en alleen daarom al moet je de poort in ieder geval even hebben gezien.

De poort is in de achttiende eeuw gebouwd en staat vind ik persoonlijk een beetje verloren in de inmiddels meer moderne omgeving.

Als we alles hebben bekeken en op foto vastgelegd, wandelen we verder naar de Reichstag en vervolgens naar het nieuwe moderne Centraal Station.

De Reichstag is het huidige Duitse Parlementsgebouw en afgebouwd in 1894. De Reichstag is buiten het feit dat het het Duitse Parlementsgebouw is, misschien wel het meest bekend om het feit dat in 1933 brand werd gesticht in de Reichstag.

Als dader werd aangewezen de Nederlander Marinus van der Lubbe die, zo wordt gezegd, in een schijnproces schuldig werd bevonden en ter dood veroordeeld.

Tijdens de oorlog is zwaar gevochten om de Reichstag, tot in 1945 de Russen de vlag van de overwinning er konden hijsen.

Tot 1990 is de Reichstag vervolgens niet gebruikt als Parlementsgebouw.

Na de hereniging gingen er echter steeds meer stemmen op om de functie van de Reichstag weer in ere te herstellen en zo geschiedde.

Als we het pand rustig van alle kanten hebben bekeken lopen we door naar het moderne Centraal Station van Berlijn.

Het is een mooi modern bouwwerk, waarvan met name de hoofdingang de aandacht trekt met de enorme glazen voorgevel.

We kijken even van welk perron we de volgende dag moeten vertrekken naar onze volgende stad, Warschau en gaan dan door naar de Kurfürstendam.

We bezoeken een kerk die tegenover de Gedächtniskirche is gebouwd.

Het is een modern gebouw met allerlei blauwe lichteffecten.

We gaan vervolgens de Gedächtniskirche, die tijdens de tweede wereldoorlog zwaar beschadigd is, in en daarna naar het Europa Center, waar we de lift nemen naar de twintigste etage, vanwaar we in het panorama café een prachtig uitzicht hebben over Berlijn.

Na wat te hebben gegeten nemen we de metro naar de Alexanderplatz, het centrum van de voormalige DDR, waar allerlei overheidsgebouwen gevestigd waren.

Het is een druk verkeersknooppunt, waar de grootste bezienswaardigheid de televisietoren is, welke vlak naast het plein ligt.

We wandelen verder naar de Dom van Berlijn, een mooi gebouw waar vele Hohenzollern liggen begraven, maar helaas gesloten.

Vandaar door naar het roodstenen Berliner Rathaus en nog een wandelingen over Unter den Linden, waar vele oude gebouwen aan weerskanten de laan sieren.

We wandelen verder en gaan de Friedrichswerdersche Kirche binnen, een nieuw gotisch kerkgebouw, gebouwd in de eerste helft van de negentiende eeuw.

De kerk is in de oorlog zwaar beschadigd en in de jaren tachtig van de vorige eeuw gerestaureerd.

De kerk heeft prachtig glas in een lood en een even zo mooie beeldengalerie, wat een vaste expositie blijkt te zijn en het gebouw is dan ook niet meer in gebruik voor kerkdiensten.

Op een terras aan Unter den Linden drinken we een biertje en als we weer wat zijn uitgerust en hebben voorkomen dat we uitdrogen, vervolgen we onze weg naar het monument voor de vermoorde joden in Europa, het Holocaust monument.

Het monument ligt naast de Brandenburger toren is pas in 2003 tot 2005 gebouwd.

Het bestaat uit 2711 betonnen blokken, zogenaamde stèles en ligt in een soort van rastervorm.

Je kunt tussen de blokken doorlopen, wat het een soort aanzien van een modern doolhof geeft, maar dan zonder doodlopende weggetjes.

De hoogtes van de stèles variëren van gelijkvloers tot meer dan vier meter.

We bezoeken het documentatiecentrum waar een indrukwekkend beeld wordt geschetst van de jodenvervolging.

In diverse zalen, zoals de zaal der dimensies en de zaal der families en de zaal der namen worden familiegeschiedenissen getoond, alsmede bijvoorbeeld levensbeschrijvingen van Joodse families.

Woensdag 30 april 2008

We gaan naar Rathaus Schoneberg, voor de hereniging het politieke centrum van West Berlijn.

Wellicht het meest beroemd is het Rathaus door de toespraak die president John F. Kennedy hier hield in 1963 en daarbij de beroemde woorden "Ich bin ein Berliner" sprak.

Het Rathaus is de laatste bezienswaardigheid van Berlijn wat we hebben bezocht en om 12.29 uur nemen we de trein voor de zes uur durende reis over ongeveer 560 kilometer naar Warschau.

Er is geen restauratiewagon en we zijn dan ook blij dat we wat te eten en drinken hebben meegenomen.

Om 13.40 uur komen we aan in Frankfurt aan de Oder en daarna passeren we plaatsen als Rzepin, Boczów, Torzym, Toporow, Kupinino, Poràzyn en Otusz.

Een van de medepassagiers in de coupe is een al wat oudere Duitse vrouw die kauwgom kauwt als Alex Ferguson, de trainer van Manchester United, maar dan in het kwadraat.

Ze kauwt dat het een lieve lust is, ondertussen net zo veel kletsend, wat een prachtig inzicht geeft in haar nog aanwezige tanden en alles daar omheen.

Het landschap is afwisselend vlak en dan weer heuvelachtig en bosrijk. We passeren enorme berkenbossen.

Om 14.40 uur rijden we door Zbaszynek en om ongeveer 15.30 uur arriveren we al in Poznan Glowny, Poznan Centraal.

Nadat we omstreeks 17.15 uur Kutna hebben gepasseerd rijden we dan om 18.30 uur het station van Warschau binnen.

Het is al vrij laat, dus we nemen onze intrek in het werkelijk piepkleine kamertje in hotel Premier Classe Varsovie en lopen alleen nog even richting het centrum om wat te eten.

Als we net aan een lekkere stoofschotel en heerlijk koud biertje zitten barst er een ontzettend noodweer los.

Het is de eerste bui die we tijdens deze reis hebben, maar dat is dan ook meteen een hele beste.

We moeten, om droog terug in het hotel terug te komen, eerst nog twee biertjes wegtikken om vervolgens snel terug te wandelen.

Het is inmiddels al redelijk laat en door de treinreis slaat ook de vermoeidheid toe, dus er zit maar één ding op, slapen.

Donderdag 01 mei 2008

Na redelijk goed te hebben geslapen in het kleine kamertje en een goed ontbijt wandelen we naar de het oude centrum van Warschau.

Het is een wandeling van ongeveer vijf kilometer. Het weer is inmiddels weer prima en dat vinden ook de zwervers van de stad, want die lijken zich te hebben verzameld en drinken op allerlei plekken hun, vermoedelijk dagelijkse, biertje.

We wandelen langs het centraal station en het eerste gebouw wat opvalt is het groteske Paleis van Cultuur en Wetenschap, een "cadeau" van Stalin, kort voor zijn dood.

Het is een grote wolkenkrabber van ruim tweehonderd meter hoog en domineert de omgeving met zijn bombastische voorkomen.

We lopen door een prachtig park met diverse bloeiende bloemen en passeren het mooie operagebouw, om vervolgens het oude centrum binnen te wandelen.

Het eerste wat op het mooie, ruime plein opvalt is de kolom van koning Zygmunt, voor zover ik weet ter ere van koning Zygmunt die de residentie in zijn periode van Krakow verplaatste naar Warschau.

Naast de pilaar van de koning, uitgebeeld met een groot kruis in zijn rechterhand, valt het Zamek Krolewski, het koninklijk paleis, op.

Het roodstenen gebouw neemt een groot gedeelte van één van de zijden van het plein in beslag.

Kleurige panden sieren de overkant van het koninklijk paleis.

Via enkele smalle straatjes, belegd met kinderkopjes bereiken we het centrale plein van de oude stad, Rynek Stare Miasto.

Het is een prachtig plein, wat eigenlijk volledig is ingesloten door hoge, kleurrijke oude panden.

Alleen smalle straatjes geven toegang tot het plein en als je één van de straatjes uitloopt openbaart zich een kleurenspektakel aan je, gelardeerd met een brok gezelligheid.

Muzikale klanken fladderen over het plein, waar diverse terrasjes de bezoekers de gelegenheid bieden onder het genot van een kopje koffie de bedrijvigheid op en om het plein in zich op te nemen.

We bekijken rustig het plein en wandelen daarna door een van de poortjes, via een mooi straatje met oude panden naar de oude vestingmuur die zich net achter het plein bevindt.

We wandelen over de muur om vervolgens terug te keren naar het plein om een kop koffie te drinken.

Het is inmiddels al knap druk op het plein en we genieten van de geweldige ontspannen en gezellige sfeer.

Het is 1 mei en dat wordt groots gevierd.

De Polen zijn ook vrij en dat s te merken, want het wordt steeds drukker.

Na enkele kerken te hebben bezichtigd, waarbij we regelmatig uitkijken over de rivier de Wisla bezoeken we het monument van de Warschauer opstand.

Het is een monument ter herinnering aan de tienduizenden Poolse, meest Joodse, inwoners, militair en niet militair, die zich een tijdje bleven verzetten tegen de Duitse bezetter, helaas uiteindelijk zonder succes.

Het is gelegen aan een plein tegenover een kerk, welke die we ook maar even meepikken.

Als we op ons dooie gemak even hebben rondgeslenterd eten we een hapje en pakken dan een taxi naar het Joodse getto, waar de zogenaamde Umschlagplatz en the monument of the Warschauer Getto Heroes zijn te vinden.

Hier bij de Umschlagplatz zijn in 1942 in totaal ruim 300.000 Joden uit het Warschauer getto overgebracht naar de Duitse vernietigingskampen, onder andere Treblinka, om vervolgens niet meer terug te keren.

Uiteindelijk was deze vernietiging de aanleiding tot de Warschauer opstand.

Als we doorwandelen ontmoeten we de Duitse mensen uit de trein weer en op een terrasje drinken we een biertje met ze.

Ze nodigen ons uit om naar Potsdam te komen, waar ze vandaan komen.

Eén echtpaar zijn beiden uroloog en van het andere echtpaar is man schrijver en de vrouw voornamelijk prater.

Als we afscheid hebben genomen eten we in het een hotel naast het onze, om vervolgens een biertje te gaan drinken in de bar.

Hier blijkt een klarinettist een poging te doen de weinige klanten te vermaken.

De man heeft echter een zodanige depressieve uitstraling en een zelfde soort muziek, dat binnen een half uur na onze binnenkomst de bar, op ons na, leeg is en het ligt echt niet aan ons dat verzeker ik u.

Vrijdag 02 mei 2008

We zijn al om 07.00 uur op het centraal station van Warschau, want om 07.24 uur vertrekken we met de trein naar Vilnius, de hoofdstad van Litouwen.

De reis zal bijna tien uur in beslag nemen, dus wil je onthaasten neem dan eens de trein van Warschau naar Vilnius.

In Sestokai is een korte stop ingelast, aangezien we daar moeten overstappen op een andere trein

Het landschap wat we doorkruisen is heel erg afwisselend en we zien veel reeen en herten pal naast de rails.

Verder zien we veel ooievaars op hun nesten zitten.

Als we al een tijdje in de trein zitten, komt de conducteur langs en hij vraagt ons vriendelijk om te verkassen, want alleen de laatste drie wagons gaan naar Sestokai en daar moeten we toch echt langs.

Na Balystok wordt het landschap glooiender en dat zal wel een goede voedselbron voor ooievaars opleveren, want we zien er steeds meer.

Alle fruitbomen dragen bloesem en dat levert uiteraard een mooi plaatje op, net als het prachtige merengebied rond Augustow.

Als we in Suwalki zijn aangekomen worden de overige wagons afgekoppeld en rijden we met een minitreintje met slechts drie wagons door naar Sestokai.

Het vreemde is alleen dat het korte treintje met alle treinstellen ook alle snelheid heeft verloren.

We rijden nog slechts met een ongelooflijk sukkeldrafje richting Sestokai, waardoor de lange reistijd gedeeltelijk is verklaard.

Om 13.45 uur arriveren we dan in Sestokai waar we moeten overstappen in een Litouwse trein. Hoewel het een oud beestje is valt de trein van binnen alleszins mee.

De conducteurs doen dat niet, want de man en de vrouw strijden met elkaar om de titel "grootste Europese norskop". Wat mij betreft wint de vrouw.

Op de tickets wordt door de lachebekjes een aantekening gemaakt, waarna je mag instappen, zonder dat je ook maar een blik waardig wordt gegund.

Dat is overigens geen straf, want één blik van deze mensen zouden je accuut kunnen doen omdraaien, de Poolse trein weer in.

Na een kwartiertje vertrekken we weer en al vrij snel rijden we over het platteland, wat er op het eerste gezicht wel wat armoediger uitziet dan in Polen.

De huisjes zijn hier over het algemeen klein en van hout en het lijkt erop dat iedereen een eigen moestuintje heeft in, wat op het oog openbaar groen lijkt.

Na een uur of acht slaat de vermoeidheid wel toe, maar om 17.00 uur rijden we dan toch gelukkig Vilnius binnen.

Het hostel waar we verblijven bevindt zich vlak bij het station en als we onze rugzakken in de zeer grote kamer hebben gegooid en ons hebben opgefrist, wandelen we nog wat door de omgeving, eten een hapje en laten het daar voor vandaag bij.

Zaterdag 03 mei 2008

Vandaag trekken we de hele dag uit om Vilnius te bekijken en we beginnen onze wandeling bij een overdekte markt vlak bij ons hostel.

Als we daar even hebben rondgekeken lopen we naar de eerste kerk van de dag.

Er zullen er nog enkele volgen, want Vilnius bezit vele mooie kerken.

De eerste die we bezoeken is de Orthodoxe Heilige Geestkerk, een mooie Russisch orthodoxe kloosterkerk die van binnen hoofdzakelijk de prachtige kleuren groen en roze bezit.

De tweede kerk ligt bij de Heilige Geestkerk en dat is de St. Theresakerk, binnen vooral beschildert in de kleuren roze en blauw.

De kerken zijn echt de moeite waard om even te bekijken, waarbij je soms aan enkele minuten genoeg hebt, zoals bij de St. Theresakerk.

Juist omdat je een kerk vrij snel kunt bezoeken pikken we er altijd wel een aantal mee tijdens een stadswandeling.

De volgende bezienswaardigheid op onze wandelroute is de Aušrospoort, (Aušros vartai).

Als we aan komen lopen zien we dat er veel mensen op straat staan te zingen. De poort wordt ook wel de poort van het Ochtendrood genoemd en is gebouwd in de zestiende eeuw.

Net boven de boog van de poort bevindt zich een kleine kapel met daarin een Mariabeeld.

De kapel schijn een bedevaartsplaats te zijn voor veel katholieke Oost Europeanen.

Ook bij het kapelletje is het razend druk en het lukt ons bijna niet om via de trap bij het Mariabeeld te komen.

Ik verbaas mij over de beleving waarmee sommige gelovigen het beeld vereren.

We lopen verder en na de roze - witte Casimirkerk, de oudste kerk in de Barokstijl, slenteren we naar het Oude Raadshuis.

Als we nog een paar kerken hebben bekeken drinken we maar eens een kop koffie in de met kinderkopjes belegde Pilies gatvé.

Het is de oude Burchtstraat, welke al uit de middeleeuwen stamt en tegenwoordig een drukke winkelstraat is, waar ook vele restaurantjes zijn gevestigd.

Het is verschrikkelijk druk en prachtig weer en er wordt volop geflaneerd door de dames uit Vilnius.

Ik heb het idee dat er een feestdag is, want er wordt volop muziek gespeeld en overal staan kraampjes, waar werkelijk van alles wordt verkocht.

Als we een paar kopjes lekkere koffie hebben gedronken en ons een beetje hebben zitten vergapen aan het straatbeeld van de Pilies gatvé gaan we verder naar de Burchtberg waar we de funicular naar boven willen nemen.

De funicular en de burcht met daarin een klein museum zijn geopend volgens een opschrift.

Er is ook een kassa met een kaartjesverkoper en dat is meteen de man die de funicular bedient.

De combinatie van dit geheel komt echter niet geheel uit de verf.

Eerst is de kassa gesloten, terwijl die open zou moeten zijn, dan komt de kassaverkoper / bestuurder van de funicular op de proppen, maar in plaats van de kassa te openen gaat hij naast de funicular staan om de mensen binnen te laten, na overhandiging van het benodigde kaartje.

Kaartje? Ai denkt de man, ik doe mijn werk niet in de goede volgorde en onder een luid gejoel van de menigte sloft de man naar de kassa, opent het luikje en begint kaartjes te verkopen. Als hij een kaartje of twintig heeft verkocht sluit hij het luikje en sloft naar de ingang van de funicular, waar hij de gelukkigen met een kaartje binnenlaat in de funicular.

Als blijkt dat er nog wat mensen in de funicular kunnen vindt de man het wel goed en neemt gewoon contant geld aan, waarop hij het apparaat in beweging zet.

Uiteindelijk komen wij ook boven bij de burcht aan, nadat het hele ritueel rond de "funicularist" zich enkele keren heeft herhaald.

Boven op de berg staat de roodstenen burchttoren, waarop de vlag van Litouwen stevig wappert.

De burchtberg is ongeveer vijftig meter hoog, dus het had ook wel de Burchtheuvel mogen zijn, lijkt mij.

Vanaf de burcht heb je een prachtig uitzicht over de stad, maar ook op de Kruisberg, waarop zich drie grote witte kruizen bevinden.

Volgens de overlevering zijn op die plek monniken vermoord en begraven. De drie kruizen staan als een soort herinnering.

Tijdens de Russische overheersing werden de kruizen door de Russen verwijderd, maar na de onafhankelijkheid werd het monument in ere hersteld.

Voor de lunch bezoeken we nog de Kathedraal van Vilnius en de kort daarbij staande witte klokkentoren.

Ze staan beiden op het grote Domplein, waar het een drukte van belang is.

Dit is een van de belangrijkste verzamelplekken voor de jeugd van Vilnius, die hier naar lieve lust aan het rolschaatsen, skateboarden en "hangen" is.

Hard toe aan wat te eten en een lekker biertje zoeken we een plekje in een afgeladen vol authentiek Litouws restaurant.

We nemen een Litouws biertje en een heerlijke borsjt. Verder neemt Wil knoflookbrood en ik neem de Litouwse "specialiteit" zeppelins.

Dit zijn een soort vette deegklompen in de vorm van een zeppelin, die je met verschillende vullingen kunt krijgen, variërend van allerlei onduidelijk vleesmateriaal tot gerookte varkensoortjes.

Ik weet niet precies welke ik had, maar na één volvette zeppelin zat ik al barstensvol, waarna ik de tweede maar heb laten staan. Wel lekker, maar ongelooflijk machtig.

Het is inmiddels echt ongelooflijk druk en de sfeer in de stad is heerlijk, waarbij het mooie weer natuurlijk ook een positieve factor is.

We bezoeken de Annakerk met de daaraan liggende Bernarduskerk en de klokkentoren.

Het zijn gotische bouwwerken en gemaakt van roodkleurig steen.

Tot slot bezoeken we nog de joodse synagoge en houden het dan voor gezien.

Zondag 04 mei 2008

Vandaag wandelen we nog wat door Vilnius. Allereerst lopen we naar het KGB museum, dat in het voormalige gerechtsgebouw gevestigd moet zijn. Het kost ons behoorlijk wat moeite om het museum te vinden, het is nou niet bepaald goed aangegeven met bewegwijzering, maar als we het tenslotte vinden is de moeite voor niets, want het museum is gesloten.

We wandelen langs de rivier de Neris en bekijken nog een mooie kerk, voor we nog even gaan kijken bij de Frank Zappa Memorial.

Hoewel Frank Zappa voor zover ik wet niets met Vilnius te maken heeft, is er voor hem een monument opgericht.

Het schijnt dat het monument is gemaakt door een groep kunstenaars uit Vilnius.

Nog even een bezichtiging van het presidentieel paleis en op naar ons authentiek Litouws restaurant, Forto Dvaras, waar we wat gerechten proberen, die mij nu nog steeds niets zeggen.

Lekker is het wel, vet ook.

Voor dat we de trein naar St. Petersburg nemen, bezoeken we nog het barnsteenmuseum, waar achtergronden over barnsteen duidelijk in beeld zijn gebracht.

Barnsteen is eigenlijk versteende hars van miljoenen jaren oud en leuk is het met name om te zien hoe zich toentertijd diverse insekt-achtigen hebben vastgelopen in de hars en mee zijn versteend en prachtig zijn te zien door de heldere steen heen.

Te zien zijn onder andere vliegjes, mugjes, miertjes en kakkerlakjes. De verkleinvormen zeggen al genoeg, het zijn wel kleine steentjes, met kleine insektjes.

In de buurt van het Bastion tenslotte zoeken we een terras en drinken ter afsluiting van ons verblijf in het mooie Vilnius, u raad het al, een biertje.

We gaan naar het station waar de trein voor St. Petersburg al klaar staat.

Precies tien voor halfzeven in de avond vertrekken we.

We delen de slaapcoupe met een Russische vrouw van een jaar of vijf en vijftig. De vrouw brabbelt onophoudelijk in het Russisch tegen ons. Nou heb ik ooit het Russisch cyrillisch alfabet leren lezen, omdat dat nou eenmaal makkelijk is in de metro en zo, maar verstaan doe ik er vrijwel niets van.

Dit proberen wij de vrouw steeds duidelijk te maken, maar het deert haar allemaal niet. Ze lacht, ze praat hard en zacht en trekt er bijpassende gezichten bij, waarbij menig rimpel de ander overlapt.

Vanuit Litouwen rijdt de trein een stuk door Letland om vervolgens de grens met Rusland te passeren. Ik ben al vaker grenzen gepasseerd met de trein en eigenlijk gebeurde dit altijd rond middernacht of later.

Slapen heeft dus niet zo heel veel zin, want bij de grenspassages word je regelmatig bezocht door allerlei ambtenaren in uniform.

Dat is ook nu het geval.

Om 24.00 uur vindt de uitreiscontrole plaats door de vriendelijke ambtenaar met de naam Ulneris. Hij kijkt nauwelijks in het paspoort en ik vermoed dat dat ook voor zijn collega’s in de trein geldt, want rond 00.20 uur vertrekken we weer.

Lang duurt het ritje uiteraard niet, want rond 01.00 uur stapt Olga onze coupe binnen, om onze paspoorten in te nemen.

Ze wordt onmiddellijk opgevolgd door een vrouw die zo op het oog graag kogelstootster had willen worden, geen grapjes dus maar.

De dame heeft de standaard Engelse zinnetjes geleerd die je veel hoort bij de diverse douanebeambten over de wereld.

"What is the purpose of your visit"? "How long will you stay" en "Is that your bag"?

Terwijl ze bezig is met ons de vragen te stellen komt een mannelijke collega van haar de coupe binnenstappen.

Hij heeft uiteraard een pet op die breder lijkt dan het gangpad en ik denk dat zijn taak het controleren van de dames is.

Om 02.00 uur is de controle eindelijk voorbij en vertrekken we Rusland in.

Het geheel baart mij wel een beetje zorgen, want we hebben een visum voor drie dagen en onze trein richting Estland vertrekt de derde dag omstreeks halftien. Ik hoop dat we voor twaalf uur ’s nachts de grens zullen passeren.

Nou, ik kan u alvast verklappen dat mijn zorg terecht was, zo zal later blijken.

Om 03.30 uur passeren we een grote plaats en het feit dat ik dat zie, betekent dat ik nog geen oog heb dicht gedaan.

Maandag 05 mei 2008

Om 08.20 uur komen we aan op het station van St. Petersburg, waar het ongelooflijk druk is.

We wisselen eerst wat geld en gaan dan op zoek naar een taxi.

Als we bij een taxistandplaats aankomen en de eerste chauffeur aanspreken en hem vragen ons naar de Nevski Prospect te brengen reageert de man bijna beledigt.

Hij maakt ons in vloeiend Russisch duidelijk, ook al verstaan we het niet, dat het niet mogelijk is om een taxi naar de Nevski prospect te krijgen.

De man is erg onvriendelijk en draait zich vervolgens gewoon om en doet of we lucht zijn.

Al snel krijgen we het idee dat er sprake is van een soort "complot", want nadat chauffeur één zich van ons heeft afgewend, komt chauffeur nummer vier uit de rij naar ons toe en zegt ons wel te kunnen brengen, voor omgerekend € 20,--.

We weten dat dit een bespottelijke prijs is, maar omdat we geen zin hebben om te gaan zoeken naar een bus of ander vervoermiddel accepteren we het bod van chauffeur vier.

Ik vermoed dat de heren op deze manier een knap inkomen opscharrelen.

De taxirit duurt niet al te lang en als we zijn afgezet, in de dubbele betekenis van het woord, kunnen we direct inchecken in ons hostel aan de Nevski Prospect.

Het ontzettend lieve meisje wat op dat moment dienst heeft, biedt ons nog een ontbijtje van twee boterhammen met smeerkaas aan en zet een lekkere kop koffie.

Na het ontbijt wandelen we bij het hostel de hoek om en staan we oog in oog met de Hermitage aan het enorme plein.

Vanaf de hoek zien we de Admiraliteit en de St. Isaackathedraal.

We wandelen verder naar de rivier de Neva en zien in de verte de Petrus en Paulusvesting op het Hazeneiland.

We boeken een boottochtje over de Neva rivier en samen met zes andere passagiers en drie bemanningsleden kiezen we het ruime riviersop.

Het is een oud bootje wat voorzien is van simpele, zeer oude eettafeltjes en losstaande stoelen. We varen de rivier op en dansen over de redelijke golven.

Het is echt genieten geblazen van de prachtige panorama’s die je vanaf de boot te zien krijgt.

We varen achter de Hermitage langs en zien verder de Admiraliteit en komen vlak bij de Peter en Paul vesting.

Als we weer voet aan wal hebben gezet bezoeken we de St. Isaac kathedraal, waar we ons vergapen aan de enorme bronzen deuren, welke zijn versierd met mooie beelden.

De Kathedraal is hoog en voorzien van een enorme koepel en prachtige hangende beelden aan het plafond.

Verder zijn er prachtige schilderijen en mooie mozaïeken te zien. De wanden van de Kathedraal hebben pastelkleurige tinten.

Als we de mooie Kathedraal uitgebreid hebben bewonderd, wandelen we de Nevski Prospect af, langs onder meer de Kazankathedraal.

Iets verderop, in een naastgelegen straat, ligt de Sobor Spas na Krowi, de kerk van de Opstanding van Christus.

Het is de enige kerk van St. Petersburg wat de oud Russische stijl kent en het lijkt een beetje op de

St. Basiliuskathedraal in Moskou.

We passeren een militaire parade op het grote plein bij de Hermitage en dat geeft echt het gevoel dat je in Rusland bent.

We sluiten de dag af met een heerlijke maaltijd bij een Japans restaurant aan de Nevski Prospect,

niet al te ver van ons hostel.

Terriyaki is weinig Russisch, maar wel heel lekker en een koud biertje er bij doet wonderen.

Dinsdag 06 mei 2008

Vandaag bezoeken we de Hermitage en besluiten in het enorme museum alleen de Nederlandse, Vlaamse, Spaanse en Italiaanse meesters te bezoeken en de afdeling met de oudheden.

Inclusief het kopen van een kaartje kost deze selectie je al een uur of drie van je tijd, maar het is wel de moeite waard.

Je kijkt je de ogen uit naar vele werken van onder andere Rembrandt en zijn leerlingen, Paulus Potter, Ferdinand Bol, Rubens en Jan Steen.

Het zijn geweldige kunstwerken in een geweldig mooi gebouw, met een enorm mooi interieur.

Als we zijn uitgekeken, dat wil dus zeggen, de paar verdiepingen waar we ons tot beperken, besluiten we naar de Peter en Paul vesting te lopen.

Het is een behoorlijke wandeling langs en over de Neva rivier.

We kunnen het Bastion, waar vroeger gevangenen vastzaten bezoeken en de omliggende stukjes strand bij de rivier, waar diverse mensen in hun badkleding proberen nog wat straaltjes zon op te pikken.

Er wordt veel gerestaureerd dus we moeten ons beperken tot het wandelen tussen de gebouwen door, over de pittoreske straatjes.

Als we even hebben rondgelopen wandelen we terug via het Marsveld, het paradeplein, waar de eeuwigdurende vlam uiteraard brand.

Als we een biertje hebben gedronken gaan we nog even naar het grootste warenhuis van de stad, de Gostinyi Dvor, wat vroeger een handelskantoor was. De galerijen zijn prachtig, de winkels vermoed ik ook, maar daar ligt niet echt mijn interesse. Eeuh echt niet dus.

’s Avonds ga ik nog even alleen op pad en wandel ik naar de Rossistraat.

Opvallend is dat ik, nu ik alleen loop, regelmatig door Russische dames word begroet, in het engels met een zwaar Russisch accent, af en toe begeleid door een zwoele knipoog, als een knipoog al zwoel kan zijn.

Ik hou het maar op een bevestiging van het feit dat er in Rusland een enorm vrouwenoverschot schijnt te zijn.

Als ik de straat bereik, zie ik onmiddellijk waarom deze beroemd is.

De symmetrie van beide straathelften is uniek, alle huizen zijn symmetrisch gebouwd, met deuren, ramen en versierselen exact op dezelfde wijze geplaatst.

Het is een volledige symmetrische straat van de architect Carlo Rossi, waarbij nog komt dat de huizen allemaal een zacht gele en witte kleur hebben.

Het is geen grote straat, maar als je in St. Petersburg bent en je hebt wat tijd over, zou ik deze straat zeker kort bezoeken.

Woensdag 07 mei 2008

Het ontbijt bestaat nog steeds uit smeerkaas en hetzelfde steeds ouder wordende brood. Het mag de pret niet drukken.

De laatste dag in St. Petersburg trouwens al weer.

Allereerst bezoeken we de St. Petruskerk, de protestantse kerk van de Duitse gemeenschap in

St. Petersburg.

De kerk heeft geen geweldig interieur en is voorzien van tribunes voor de bezoekers.

Een beetje typisch toch voor een kerk.

Het barst van de kerken in St. Petersburg, dus we besluiten er nog maar eentje uit te pikken en dat wordt de St. Katherinakerk, die voorzien is van mooie pastelkleuren, maar dat is het voorlopig dan ook wel even.

We gaan naar het Russisch museum.

Tsaar Alexander II is de initiatiefnemer geweest, om in het voormalige Michailovski Paleis het Russisch museum onderdak te laten vinden.

Het is een prachtig gebouw, zowel van buiten als binnen.

Het is absoluut de moeite waard om de werken van Russische meesters eens van dichtbij te bekijken.

Kijk ook rond in het gebouw, dat is werkelijk prachtig afgewerkt.

Als we weer buiten wandelen zien we dezelfde zigeuners die gisteren Wil wilden beroven.

We hadden het net op tijd in de gaten, want Wil werd al aardig ingesloten door een groep zigeunerkinderen, vergezeld door een oudere vrouw, de instructrice zullen we maar zeggen.

Nu loopt dezelfde groep achter iemand aan, overduidelijk een toerist, waarbij ook nu weer de kinderen de man van achteren insluiten en bijna tegen hem aan lopen en onderling lopen te duwen en te trekken, alsof ze aan het stoeien zijn.

De vrouw brabbelt continu, waarbij het er op lijkt dat ze de kinderen instrueert wat te doen.

Inmiddels is de toerist, met in zijn kielzog de zigeuners, bijna uit het zicht en vrezen we voor de inhoud van zijn rugzak of zijn portemonnee.

Dan kijkt de man achterom en zien we dat de rol van de kinderen verandert in die van bedelende kinderen, de vrouw draait zich om en loopt de andere kant op.

Geraffineerd.

Tot slot bezoeken we achtereenvolgens nog het Poesjkin museum en de Zomertuin, respectievelijk de laatste woning van Poesjkin en de beeldentuin waar prachtige marmeren beelden staan.

Het park op een eilandje was het lievelingspark van Poesjkin, die er dan ook vaak te vinden was.

Voor we in de taxi naar het station stappen bezoeken we nog de prachtige Kazankathedraal, inmiddels weer tot de orthodoxe kerk behorend, nadat het een tijd lang een museum is geweest.

We halen onze rugzakken uit het hostel aan de Nevski prospect waar we niet één keer bij terugkomst of bij het ontbijt hetzelfde personeel hebben gezien. Nog altijd veel personeel voorhanden in het communistische Rusland dus.

De taxi die door het hostel wordt gebeld rekent nu maar zes euro voor de rit naar het station en dat scheelt toch aardig bij de oplichterspraktijken van de heren taxichauffeurs bij aankomst in

St. Petersburg.

Het zal misschien aan de prijs liggen, maar de chauffeur rijdt als een gestoorde, hij rijdt recht op een bus af, met een veel te hoge snelheid op de enorm drukke Nevski Prospect, om er vervolgens op het allerlaatste moment rechtsom te passeren.

Ik zit, zoals gebruikelijk, voorin en dat heeft mij in vele landen al een extra zweetdruppeltje gekost en ook hier komen er een paar bij.

De meeste taxi’s in de Oosteuropese landen zijn van een dusdanig bouwjaar dat er of geen gordels inzitten of dat ze niet werken en bij een eventuele aanrijding zul je hardhandig kennismaken met de voorruit.

Er door heen vliegen kan volgens mij niet, omdat de taxi’s de bouw hebben van een gemiddelde Russische tank, dus dat is dan wel weer een voordeel.

Ook nu weer wordt duidelijk dat je op reis niet moet gaan vergelijken en je eigen referentiekader moet loslaten.

Onze rijstijl is niet de Russische en dat wordt maar weer duidelijk als de Russische chauffeur, na halsbrekende toeren te hebben uitgehaald, ons ontspannend fluitend afzet bij het station.

We doen een paar inkopen en zoeken onze coupe in de al klaarstaande trein.

We delen de coupe met een Russische man en vrouw van een jaar of vijfentwintig.

Ik heb een beetje een vervelend voorgevoel of we wel op tijd de grens zullen passeren met Estland.

Ons visum loopt vandaag af en het is 21.50 uur, keurig op tijd overigens, als de trein zich langzaam in beweging zet.

Als de trein rijdt loop ik naar het routeschema wat aan de wand is bevestigd en daar word ik niet rustiger van, want als ik het Cyrillische schrift goed interpreteer wordt de grens pas na twaalf uur ’s nachts bereikt.

Mijn gevoel wordt vrijwel onmiddellijk bevestigd door de conducteur die onze paspoorten wil inzien en zegt dat we wellicht een probleem kunnen krijgen, aangezien ons visum tot vandaag geldig is en we de grens pas rond één uur zullen passeren.

Ik vraag hem, tegen beter weten in, wat het probleem dan zal zijn, maar daar houdt de man zich wijselijk over op de vlakte.

Om stipt 00.58 uur, als de trein enkele minuten stilstaat voor de uitreiscontrole bij de overgang Ivanovo, gaat de coupédeur open en wijst de conducteur ons direct aan en praat daarbij tegen een grensbewaker in uniform die hem vergezelt.

Deze man knikt instemmend naar de "verrader" en pakt onze paspoorten.

Hij bladert even, schudt meewarig zijn hoofd, mompelt wat in het Russisch en komt even later terug met een man in een ander uniform.

De man past net door het gangpad, dat wil zeggen niet hijzelf, maar de enorme brede pet die hij op zijn hoofd heeft.

De man roept mijn naam met een enorm zwaar Russisch accent en als ik mijn vinger heb opstoken ploft hij naast mij op de bank van de coupé.

Hij zegt met hetzelfde zware Russische accent "you have a big problem". Ik ruik dat de man een enorme alcoholkegel heeft en probeer hem uit te leggen dat het maar om een uurtje gaat en dat de tijd in Estland zelfs weer een uur terug gaat.

Ik bied hem mijn excuses aan en zeg dat we ons vergist hebben met de vertrektijd van de trein.

Als ik mijn mond open doe voor een verdere uitleg zegt hij "I don’t want an explanation".

Het wordt mij duidelijk dat dit nog wel eens lastig kon worden, omdat de ambtenaar half bezopen is en dan is enige redelijkheid niet perse te verwachten.

Ik houd verder mijn mond en de man zegt lachend "pick your bags en leave the train. Your adventure in Russia is not over yet".

Ik doe nog één poging en vraag hoe we dan in Tallinn moeten komen, waarop de zuiplap lachend zegt "you can walk, but first you need a visa".

Wil en ik hebben nog steeds hoop op een goede afloop als we met onze rugzak de trein uitstappen.

Vijf meter verderop staat echter een ambtenaar die onze paspoorten inneemt en wij moeten, samen met een Mexicaan die hetzelfde lot treft, met een andere ambtenaar mee.

Nu houdt het toch wel redelijk op, want zonder paspoort kun je geen kant op.

We worden in een halletje gezet, pal voor een hel verlicht groot aquarium en er gaan nog eens extra tl lampen aan om ons goed in het licht te zetten.

Ik zeg nog tegen Wil dat we er misschien met een boete van af komen en weer mogen opstappen, maar op het moment dat ik het laatste woord uitspreek zegt Wil dat dat niet gaat lukken, want hij ziet door een klein raampje dat de trein vertrekt.

Daar zitten we dan, zonder uitleg, zonder eten en drinken en zonder enig idee hoe dit gaat eindigen ergens op Russisch grondgebied in een klein grenskantoortje met alleen, laat ik het voorzichtig uitdrukken, onvriendelijke Russen.

Het zijn niet bepaald lachebekjes en meestal probeer ik probleemsituaties met wat humor op te lossen, maar dat laat ik nu maar achterwege.

We zullen in ieder geval de nacht hier doorbrengen, want het kantoor is gesloten.

We praten wat met de Mexicaanse man, die wat woordjes Russisch spreekt en uit Mexico Stad komt.

Hij is sinds dertig jaar terug in Rusland en er is volgens hem niets veranderd.

Ik was er tien jaar geleden en er is inderdaad op dit gebied niets veranderd, hoewel we strikt genomen natuurlijk ons visum achtenvijftig minuten hebben overschreden.

Inmiddels is het al lang 08 mei dus, maar zien wat de dag ons brengt.

Donderdag 08 mei 2008

Om halfzes komt een aantrekkelijke vrouw in een mantelpak en begint tegen mij in het Russisch te praten.

Ik versta er niets van en verwijs haar naar onze Mexicaanse metgezel.

Het blijkt dat we van haar een adres krijgen, waar we een visum kunnen krijgen.

Dit zal pas vanaf negen uur kunnen en hoe is nog maar de vraag. Haar taak zit er op, want vervolgens komt een dame die alleen aan mij vraagt waar het paspoort is afgegeven.

Ik wijs haar de plaatsnaam Raalte in het paspoort aan, maar dat is niet voldoende.

Ze wil de uitspraak horen! Ik zeg het haar voor en na Rale, Ralu, Raaltu en Raalti is Raalte aan de beurt en ik knik instemmend.

Dat was het dan alweer, haar taak zit er ook op en we proberen iets te slapen, maar dat is echt onmogelijk.

De TL verlichting doet uitstekend zijn werk en de vissenbak maakt ook nog eens een ongelooflijk kabaal.

Het is inmiddels 07.30 uur en we tasten nog steeds in het duister, figuurlijk dan hè.

We krijgen ook geen eten en drinken en aangezien ik had verwacht wat water te kunnen kopen in de trein, wat dus niet is gelukt, begin ik nu wel dorst te krijgen.

Om 08.45 uur worden we dan plotseling gemaand op te staan en naar een taxi gebracht.

Deze staat klaar en is een oude aftandse Lada en als ik zeg oud en aftands, stelt u zich maar een oude auto voor en dat in het kwadraat.

We frommelen ons gedrieën in de taxi en geven het adres op wat we van de mooie dame hebben gekregen.

We worden naar een politiekantoortje gebracht, al even afgelegen als ons overnachtingadres, in Ivanovgorod.

Waar we denken dat dit vervoer van Russisch rijkswege is blijkt dat we dat mis hebben.

Taxichauffeur één vraagt $ 6,-- voor de korte rit. Een woekerprijs.

09.45 uur, er wordt ons gezegd dat onze paspoorten kwijt zijn, wat ik een hele prestatie vind als ik mij inbeeld waar we hebben gezeten.

Na een tijdje komt een toch wel zichtbaar opgeluchte ambtenaar vertellen dat de paspoorten terug gevonden zijn.

Allemaal leuk en aardig, maar voorlopig zitten we nog steeds vast.

Om 10.15 uur komt er een ongelooflijk foute vrouw van middelbare leeftijd het kamertje binnen waar we inmiddels zijn beland.

Zij begint tegen mij te praten, wat overigens iedereen doet, terwijl er maar één van ons drieën Russisch spreekt en dat is onze Mexicaanse vriend.

Deze dame heeft echter ook wat Engels onder de knie gekregen en zegt tegen mij "you have a big problem", waardoor ik een déjà vu doormaak.

Ik knik dat we dat inmiddels wel beseffen en de dame verteld dat we 5000 roebel, ongeveer 130 euro, boete moeten betalen, 300 roebel voor het visum en ook nog eens twee pasfoto’s moeten hebben.

Nou hebben we die alle drie niet bij ons, maar dit probleem wordt ook voor ons opgelost, zo zal later blijken.

De Russen houden van afwisseling, want rond half elf verschijnt er een jonge, mooie en vriendelijke vrouw ten tonele.

Zij is van het lichamelijk contact, wat zich overigens beperkt tot de vingers en de handpalmen, want crimineel als wij zijn moet er van elke vinger en de beide handpalmen, natuurlijk wel een mooie afdruk in het archief.

Ook nu ben ik als eerste aan de beurt en voorzichtig manoeuvreert de dame mijn vingers één voor één door de inkt, op het papier en weer terug, tot alle vingers zijn voorzien van een mooie blauw -zwarte kleur.

Dan nog even de handpalmen en klaar is het grote blad vol inktvlekken.

Alleen voor deze documentatie moet er al een enorm archief zijn, tenzij je alles gewoon na een paar dagen weg gooit natuurlijk.

Mijn reisgenoten worden ook door de dame behandeld, waarna ze iets zegt, haar spierwitte tanden bloot lacht en bevallig wegloopt.

Dat was het dan weer even en er gebeurt weer niets, tot kwart voor één.

We worden opgehaald door een man in uniform, die ons naar buiten begeleid.

Er staat weer een taxi klaar, om met ons naar een dorpje te rijden.

Ook hier wel geregeld, maar niet betaald, dus ook hier weer een duit in het zakje gedaan.

De Mexicaan heeft begrepen dat we bij een bank de boete en het geld voor een visum moeten betalen, pasfoto’s moeten maken en daarnaast hebben we zelf besloten snel wat te eten als die gelegenheid zich voordoet.

We worden bij een bank afgezet, waar we ieder zevenduizend roebel pinnen.

Vervolgens de bank in en aansluiten. Twee chagrijnige medewerksters werken ieder de verzoeken van de klanten af, omdat ze moeten, maar iedere vorm van plezier lijkt ernstig te ontbreken.

Als ik aan de beurt ben overleg ik een briefje, wat ik heb gekregen van de foute vrouw in het kantoortje van de Russische beambten.

De dame van de bank knikt en begint een nogal lange procedure, waarbij er allerlei formulieren worden aangesproken, kassa systemen ratelen, geprint wordt uit computers en handgeschreven formulieren worden opgemaakt.

Ik kijk eens rond en zie tot mijn verbazing een vrouwelijke ambtenaar in de andere rij staan, een dame die ik op het kantoortje heb gezien.

We worden in de gaten gehouden, want we zouden eens vluchten, zonder paspoort.

Ik kijk de dame langdurig aan, zij voelt zich betrapt en kijk vlug weg. Na een tijdje krijg ik wat formulieren mee, ten teken dat ik aan mijn verplichtingen heb voldaan.

We wandelen naar de dorpsfotograaf, die ons is aangewezen door de taxichauffeur.

We komen de fotowinkel binnen en stappen terug in de tijd.

Ik kijk mijn ogen uit naar de vooroorlogse apparatuur die hier in de vitrines ligt.

De foto’s aan de wanden lijken uit dezelfde tijd te stammen en van digitale apparatuur heeft deze fotograaf in ieder geval nog niet gehoord.

We maken de man duidelijk dat we pasfoto’s moeten hebben voor een visum en met een prachtige camera worden van die pasfoto’s gemaakt die echt oud Russisch aandoen, zwart wit en met meer dan alleen het hoofd erop, omgeven door een zweem van schaduw.

Klus geklaard en op zoek naar een restaurantje, wat we al snel hebben gevonden.

We nemen plaats aan de formicatafeltjes en vragen of we wat kunnen eten, hoewel ik het drinken veel belangrijker vind.

We eten solanka en blini en drinken maar een extra flesje fris, we weten namelijk niet hoe het verder gaat.

Het restaurant is vrijwel leeg, maar wat zit er verderop aan een tafeltje, ja hoor een vrouwelijke ambtenaar uit hetzelfde kantoortje, alleen deze is gekleed in uniform.

We nemen een taxi terug naar het visumkantoor. We hoeven de taxichauffeuse alleen maar visa te zeggen en ze weet precies wat we bedoelen.

Het is inmiddels kwart over drie en we beginnen nu toch wel een beetje te vrezen voor de rest van onze rondreis, want morgenvroeg varen we vanuit Tallinn over naar Helsinki.

Tallinn valt in ieder geval in het water, dat wordt hooguit een hapje eten en overnachten, maar dan moet het nu wel opschieten.

Terug in het kantoortje is het plotseling een drukte van jewelste. Ik denk dat er wel vier of vijf dames bezig zijn met ons visum.

Het loopt af en aan met de dames die we ook in een eerder stadium al hebben gezien en dan rond kwart voor vier krijgt Jorge als eerste van ons zijn visum.

Korte tijd later krijgen wij ons visum ook en komt de foute vrouw van middelbare leeftijd nog even vertellen dat we heel erg blij mogen zijn met de voortvarendheid, waarmee iedereen op kantoor heeft gewerkt om ons van een nieuw visum te voorzien.

We worden het kantoortje uitgebonjourd en buiten staat, hoe kan het anders, een taxi klaar.

Deze heeft de instructies al gekregen en we worden naar de grens gereden.

Overigens door een dorpje, waar zulke grote gaten in de weg zitten dat ik denk dat we de grens nooit zullen bereiken.

Nu wordt duidelijk dat we slechts een kilometer of zo van de grens af zitten.

We worden de taxi uitgezet en moeten wandelend de grens over. We komen wederom in een kantoortje, waar de vrouwelijke Russische beambten, als ik ze moet omschrijven zou ik zeggen veel te veel vlees in veel te weinig stof, het visum weer innemen.

De dames weten het nog spannend te maken door een aantal keren heen en weer te lopen, afkeurend te knikken, te bladeren en voor mijn gevoel eindeloos te overleggen, maar uiteindelijk mogen we dan toch het land uit.

Bij binnenkomst kregen we een stempeltje in de vorm van een trein in ons paspoort en er komt er nu een naast in de vorm van een auto.

De controle van de Estse beambten stelt niets voor en eindelijk komen we dan aan in Narva in Estland, wat heel goed aanvoelt.

We pakken de eerste beste bus naar Tallinn die we kunnen krijgen en betalen voor de drie uur durende busreis omgerekend acht euro.

Een groot voordeel is dat we nu wel veel van het land kunnen zien, terwijl we normaal gesproken zouden liggen te slapen in de nachttrein.

Het is een mooi platteland waar we door heen rijden, weids met Russisch aandoende huizen.

Dit afgewisseld met grote stukken bos en slingerende riviertjes en beekjes.

Het is prachtig weer, zonnig met een blauwe hemel en prachtige platte wolken er door heen.

We komen ’s avonds aan bij het hotel in Tallinn en besluiten in het hotel wat te eten.

We lopen nog even naar het strand, drinken nog een biertje en dat was het dan wat Tallinn betreft.

Vrijdag 09 mei 2008

Na het ontbijt wandelen we nog even naar het strand om vervolgens met een taxi naar de D-terminal te gaan, voor de overtocht naar Helsinki.

De super moderne terminal beschikt over een zeer soepele incheck balie en na een korte tijd wachten zitten we in een lekkere fauteuil te genieten van de korte overtocht en de live muziek van een zanger met een gitaar.

Het is zeer rustig aan boord, er zijn niet veel passagiers en precies op tijd komen we aan in Helsinki.

Als we in het mooie hotel in het centrum van stad zijn ingecheckt wandelen we eerst even naar het station, om de tijden voor de trein naar Turku in ons op te nemen.

Vervolgens lopen we naar het Senaatsplein met de Helsinki Kathedraal, die van buiten erg mooi is, maar van binnen erg kaal.

De in de buurt liggende Uspenski Kathedraal is zowel van binnen als buiten mooi om te zien.

De wandeling voert ons verder naar het Presidentieel paleis en het Stadhuis.

Op een soort marktplein zijn optredens van diverse groepen te zien en lekkere specialiteiten te proeven, zoals onder andere "Lapse visspecialiteiten".

We drinken een lekker, duur biertje en genieten van het mooie weer en de diverse optredens.

We eten ’s avonds bij een Indisch restaurant in de buurt van het hotel.

Als we binnenkomen in het verder lege restaurant is de eigenaar aan het bellen en als we hebben gegeten en vertrekken is de beste man nog steeds aan het bellen.

Zelfs onder het afrekenen belt hij gewoon verder. Om af te rekenen komt de beste man dan ook niet naar ons toe, want ja bellen hè, dus wij moeten naar hem.

We lopen nog naar de "Temppelianskio" kerk, een in rotsen uitgehouwen kerk.

De kerk is gesloten, maar een blik door de glazen deur doet vermoeden dat het er van binnen mooi uitziet.

Helsinki is een leuke, gezellige stad, met name om te winkelen denk ik, maar daar komen we niet echt voor.

Zaterdag 10 mei 2008

Na een uitstekend ontbijt wandelen we nog even over de markt en nemen dan de trein van 12.03 uur naar Turku, onze volgende bestemming.

We hebben Turku in de route opgenomen, omdat we van daar de volgende dag de boot naar Stockholm zullen nemen.

We rijden door een mooi landschap, waarbij we veel houten huizen passeren en er veel bos aan ons voor bij trekt.

Ongeveer twee uur later komen we aan in Turku. We checken in en wandelen onmiddellijk door de plaats.

Het stadje heeft een levendig centrum en is erg gezellig door de vele terrassen, die door het mooie weer redelijk zijn bezet.

In Turku loopt een kanaaltje waar enkele restaurantboten liggen en waar diverse snacks te verkrijgen zijn. Voor ons wordt het een met een soort vruchtengelei gevulde muffin.

We bezoeken vervolgens de mooie kathedraal van Turku en drinken dan op een terras een halve liter bier voor welgeteld € 2,50 wat een koopje is in Finland, dus nog maar één.

Na de tot nu toe indrukwekkende, maar toch wel vermoeiende reis is dit even heerlijk ontspannen.

’s Avonds een lekkere tortilla met een enorme hoeveelheid garnalen en de dag zit er al weer op.

Zondag 11 mei 2008

We moeten al vroeg naar de haven, dus om 06.30 uur staan we klaar voor de taxi die ons bij de terminal afzet.

Ook hier gaat het inchecken van een leien dakje. We vertrekken stipt op tijd voor de overtocht die zo ongeveer elf uur gaat duren.

Als we eenmaal op weg zijn wordt duidelijk dat we door een betoverend mooi gebied varen. Ik begrijp ook de elf uur wel, want de boot vaart echt met een slakkengangetje.

Dit kan niet anders, want we varen continu tussen allemaal kleine eilandjes door en tot aan de tussenstop in Mariaholmn op de Åland eilanden zullen we steeds tussen de eilandjes door blijven manoeuvreren.

Het is echt prachtig om te zien en hoewel het tempo dus laag ligt, vliegt de tijd voorbij.

Rond één uur meren we aan in Mariaholmn, waar passagiers van boord gaan en aan boord komen, net als goederen overigens.

Twee grote schepen van de Silja lijn, waaronder de onze leggen vrijwel tegelijk aan.

Na een korte stop varen we verder en bereiken we open water, mooi tijd om even wat te eten en te drinken.

Langer dan een uurtje duurt het open water echter niet, want al snel komen de eilandjes weer in ons gezichtsveld.

Ook nu is de route weer prachtig, zeker als ook langzaam het vasteland van Zweden in zicht komt.

De mooie Scandinavische huisjes op de beboste eilanden zien er prachtig uit.

We komen ook nu weer mooi op tijd aan checken direct in.

We zitten overigens in een goedkoop hotel en dat is ook wel te zien.

Het lijkt wel een gevangenis, met lange gangen en een soort celdeuren die naar de piepkleine kamers zonder ramen leiden.

De gemeenschappelijke toiletten en douches zijn aan het eind van de lange gang, maar zijn kraakhelder. Het hotel ligt een beetje in een buitenwijk, maar dat mag de pret niet drukken.

De eerste indruk die we van Stockholm krijgen is geweldig, morgen maar weer rustig bekijken en nu eerst een biertje in een hardrock café in de buurt van het hotel.

We passen niet helemaal in het profiel van de gemiddelde bezoeker van dit café, maar dat deert ons niet en de andere, wild uitgedoste en van kleine en grote tatoeages voorziene bezoekers nog minder. Het biertje smaakt prima en is hier goed te betalen in tegenstelling tot veel andere kroegen in Stockholm. Daarnaast is het ook nog eens gezellig.

Maandag 12 mei 2008

Vandaag bezoeken we eerst de oude wijk Gamlastan waar we rustig rondwandelen.

We bezoeken de in de buurt liggende Riddarholmskyrken en vanaf het nabij gelegen Evert Taubes terrass hebben we een mooi uitzicht op het Stadshuset.

Via de Storkyrkan, de bisschopskerk van Stockholm, lopen we naar het Koninklijk Paleis, waar we de wisseling van de wacht meemaken.

Hier in de buurt zijn er vele mooie, Italiaans aandoende kleine straatjes, waar het met een lekker temperatuurtje goed toeven is.

We drinken een frisje en eten een visgerechtje bij een eettentje midden in de oude stad en slenteren dan verder.

We bezoeken nog de Duitse kerk met mooi glas in lood en een prachtig altaar.

Via de markthal en het historisch museum lopen we langs nog wat typische kerken om ons vervolgens aan een Mongools buffet te wijden.

Het smaakt prima, er is genoeg keus, waarbij er ook orgaanvlees is verwerkt in de verschillende gerechten, maar voor tien euro mag je sowieso niet mopperen in deze stad.

Dinsdag 13 mei 2008

Vandaag pakken we de trein naar onze laatste bestemming Kopenhagen.

De trein richting Malmö voert ons door een prachtig Zweeds landschap en langs plaatsen als Södertalje, Katrineholm, Norrköping, Linköping en Sävsjö.

De typische Zweedse huisjes vallen op in het glooiende landschap wat we doorkruisen en vanaf Linköping naar het zuiden toe komen we door een prachtig merengebied.

In Malmö stappen we over op de trein naar Kopenhagen Centraal, waar we keurig op tijd aankomen.

We zijn maar kort in Kopenhagen en ik ben er al eens geweest dus we beperken ons tot het wat rondwandelen in de stad.

Eerst gaan we naar het Rathusplatsen, waar het gezellig druk is en van waar je op het pretpark Tivoli kijkt.

Vervolgens wandelen we nog even naar Slotsholmen over de winkelstraat Ströget.

We eten een lekker Anatolisch buffet, niet echt Deens, maar toch en drinken een lekker biertje, ter afsluiting van onze vakantie, ondanks de prijs van € 8,--.

Woensdag 14 mei 2008

We wandelen nog een rondje over de H.C. Anderson Boulevard en pakken dan de trein van 11.42 uur naar Hamburg.

De trein rijdt mooi op tijd, gaat op tijd de boot naar Puttgarden en na een forse vertraging in Hamburg komen we moe maar voldaan van de vele indrukken aan in Hengelo.

Het zit er weer op.